WIJ ZIJN PRIJZEN

Mijmerend over de kansen voor Gerda Blees om, op 10 mei aanstaande, met haar Wij zijn licht na de Boekhandelsprijs ook de Libris Literatuur Prijs te winnen, gingen mijn gedachten terug naar eerdere hoogtepunten in onze ‘stal’. Niet om op te scheppen (natuurlijk wel!), maar dat is best een aardig lijstje boeken en oeuvres van Podium-auteurs die in de prijzen vielen, dacht ik. Ik wilde dat hier even opsommen, en liep langs de auteursbiografieën op onze website.

Welnu, lieve boekenvrienden: daar is geen beginnen aan! Dat verrast me oprecht. Ik dacht: als we nou alle vermeldingen van door ons uitgegeven boeken op longlists terzijde laten, komen we ongetwijfeld op een dik dozijn shortlist-nominaties en enkele hoofdprijzen. Misschien enkele tientallen.

Maar de tijd vliegt voorbij en in die tijd gebeurde veel meer dan ik me uit het hoofd herinnerde.

NS Publieksprijzen of nominaties daarvoor (Joris Luyendijk, Ronald Giphart, Kluun), AKO Literatuurprijzen (Herman Franke, Manon Uphoff), Libris Literatuur Prijs-shortlists (Alex Boogers, Elvis Peeters, Inge Schilperoord, Michael Frijda), Gouden Uilen, Gouden Strop (Arjen Lubach), Jongerenprijzen, prijzen voor hele oeuvre als Frans Kellendonk-prijs (Henk van Woerden), Anna Bijns Prijs (Tjitske Jansen), Annie Romeinprijs (Renate Dorrestein) en Gouden Ganzenveer (Antjie Krog), Gouden Pennetjes en andere journalistieke prijzen (drie shortlists voor Huib Modderkolk), prestigieuze buitenlandse prijzen (shortlist Prix Fémina étranger voor Inge Schilperoord, de Alan Paton Award voor Henk van Woerden), Boekhandelsprijs (Alex Boogers, Gerda Blees), poëzieprijzen (talloze nominaties en bekroningen, van Kira Wuck tot Willem Thies), voorname lokale prijzen (C.C.S. Croneprijs, voor Manon Uphoff, Ronald Giphart, Gerda Blees), aanmoedigingsprijzen, debuutprijzen (Shira Keller, Henk van Woerden, Inge Schilperoord, e.a.), sportboekenprijzen (Wilfried de Jong), grote gecombineerde prijzen auteur/vertaler (Johan Harstad met zijn Nederlandse vertaalsters: Europese Literatuurprijs)…

En zo nog wel even verder, de opsomming is vèrre van volledig (er ontbreken nominaties en wat prijzen, en bij de prijzen ontbreken auteurs). Maar hé, deze lauwerkransen op de hoofden van tientallen Podium-schrijvers: gewéldig! Wat een schrijvers mochten en mogen wij uitgeven.

Wat ik hiermee nou wil beweren? Ja, dat we trots zijn zulke schrijvers te mogen uitgeven. Maar ook: dat wij mensen misschien de neiging hebben te onderschatten wat we zoal voor elkaar gebokst hebben, zeker wij calvinisten en andere types die nóóit tevreden zijn en áltijd naar voren kijken, waar de horizon misschien de mooiste, diep-roodste gloed geeft. Schrijvers zijn net mensen en vragen zich soms af wanneer hun werk nou eens écht gezien en erkend en bekroond wordt. Daar zitten veel schrijvers tussen die de prijzenkast al behoorlijk gevuld hebben, letterlijk of figuurlijk (geliefd zijn bij lezers en uitstekend verkopen).

Zij zouden zich ook eens mogen veroorloven daarop terug te blikken, de route die ze gingen en die toch echt aanving met helemaal niets anders dan schrijflust, en één lezer (de partner). Maar niet te vaak, want arbeid adelt, en hoogmoed komt voor de val.

Ik zal dit laatste besef ook zelf in de gaten houden.