
Dylan volgen?
Dik driehonderd miljoen dollar kreeg Bob Dylan voor de rechten op zijn 600 songs. De deal met Universal Music Publishing Group stond in alle kranten. ‘Dylans culturele betekenis kan niet worden overschat,’ zei de directeur. Ze bedoelde natuurlijk: zijn legacy is van blijvende economische betekenis. Evengoed: hier zijn alleen maar winnaars. Universal vanwege de langdurige kansen op omzet uit publicatie- en exploitatierechten. En de Erven Dylan vanwege de glasheldere situatie na Dylans dood: er is alleen maar een bedrag te verdelen, zonder inspanningsverplichtingen.
Ik moest eerst denken aan een van mijn oma’s, die recreatiehuisjes bezat in Zeeland waar al haar kinderen en kleinkinderen veelvuldig gebruik van maakten. Toen ze haar einde voelde naderen, verkocht ze de hele boel, om te voorkomen dat na haar dood eindeloos gesteggel zou ontstaan in de familie (meerdere kinderen hadden belangstelling voor de huisjes, waardoor competitie zijn ontstaan, ten koste van de kinderen die voor aanschaf ervan geen geld hadden). Allen weenden om het plotselinge gemis aan die mooie huisjes; maar wat een wijsheid van oma het te gelde te maken en dat aan allen in gelijke porties na te laten.
Daarna dacht ik aan schrijvers. Zouden zij, op hoge leeftijd, of ernstig ziek geworden, niet óók zoiets kunnen regelen? Los van gedoe over de erfenis (verdeling onder de erfgenamen van de jaarlijkse inkomsten uit royalty’s), zou het Erven ontslaan van de verplichting een actieve, stimulerende rol te spelen in de exploitatie van de verschenen boeken. Dat vergt immers specialistische kennis. Is het terecht dat de uitgever geen brood meer ziet in heruitgaven van titels? Doet die uitgever wel zijn uiterste best, ook nu schrijvers razendsnel na hun overlijden vergeten worden en verdwijnen uit de schappen van de boekhandel?
Door de rechten te verkopen, bijvoorbeeld aan een uitgeverij, vervalt al het gedoe, en ontstaat voor het oeuvre ook een betere basis voor doorgaande exploitatie: de uitgever die voor zulke rechten een bedrag heeft betaald, zal die investering ook terug willen verdienen.
Grote verschil is natuurlijk de doorgaans uiterst bescheiden economische waarde van een boeken-oeuvre in vergelijking met de legacy van een internationale topartiest als Dylan. Daar komt bij, vertelde specialist Hans Bousie mij desgevraagd en onbezoldigd, dat Dylan zowel tekstdichter is als muziekcomponist; in de laatste hoedanigheid wordt wereldwijd via collectieve organisaties (als in Nederland Buma/Stemra) veel geld geïnd, bij iemand als Dylan tientallen miljoenen per jaar. Dat alleen al biedt een aardig rendement op die driehonderd miljoen dollar. Die component mist natuurlijk een schrijver.
Evengoed: ik kan me bij menig oeuvre van een Nederlandse auteur (en zeker van auteurs in grotere taalgebieden) wel degelijk belangstelling voorstellen bij uitgevers (of aanverwante ondernemers). Door betaling van bijvoorbeeld inééns een ton, kan de uitgever zich met één handtekening de rechten verwerven, met alle vrijheid daar zónder inmenging van soms lastige Erven mee aan de slag te gaan. En die Erven krijgen, na het overlijden van de auteur (of eerder als hij/zij naar de notaris loopt), een mooi bedrag, en zijn dus gevrijwaard van verdere inspanningen.
De spreekwoordelijke Weduwe Vestdijk had zich niet decennia in discussies hoeven te begeven met Vestdijks uitgevers, om ten slotte met tamelijk lege handen achter te blijven.
Het is maar een idee.