ORDESA: WAT EEN ROMAN!

Met grote trots sturen we deze week een roman naar critici en boekwinkels die in Spanje en andere landen al honderdduizenden lezers bereikte. Het boek heet Ordesa en werd geschreven door Manuel Vilas (1962). De Franse vertaling won de Prix Femina étranger. De Nederlandse vertaling, van de hand van Trijne Vermunt, verdient ook applaus. De prachtige stijl van Vilas is door haar indrukwekkend omgezet naar het Nederlands.

Over het belang van stijl kun je van mening verschillen,- voor veel schrijvers en lezers is het louter een middel om het verhaal te vertellen. Maar bij de bijzondere schrijvers is stijl bijna het verhaal zelf – denk aan Gerard Reve, wiens archaïsch-ironische, superieure zinnen ruim voldoende zijn hem te willen lezen en herlezen.

De dimensie van stijl, de ‘schone letteren’, het schrijven als zodanig, lijkt in boekbeoordelingen overigens aan wat erosie onderhevig te zijn. Critica Marja Pruis bijvoorbeeld citeerde op social media wat zinnen uit de brief waarmee wij dit boek rondstuurden, en toonde weinig aanstalten een boek te lezen over een man in existentiële crisis, waarbij onze toevoeging ‘tegen het decor van een vermolmd Spanje’ haar elke lust tot lezen leek te ontnemen.

Het was maar een social-media-grapje, maar ik moest daar echt even van bijkomen. Ten eerste: het verhaal is één, maar de wijze van opschrijven ervan is twéé (of soms dus één). Ja, in deze roman is de mannelijke protagonist in zwaar weer. Zijn ouders zijn dood, zijn gezin is gestrand, hij gaat te veel drinken. En zijn land, Spanje, gaat ook nog eens door zware tijden.

Toen ik enthousiast de rechten kocht van dit boek, merkte ik in internationale kringen al een tweedeling bij de lezers: de ene groep dolenthousiast, de andere groep bij voorbaat geneigd tot ergernis. Zou dat door het thema komen, de blanke man in midlife-crisis? Maar is ‘crisis’ niet het wezenskenmerk van elke roman?

Maar vooral: dit boek is zo prachtig geschreven, melancholiek, maar vaak ook zo geestig. The proof of the pudding is in the eating – daarom stuurden we een fragment vooruit, in zo’n ‘vooruitboekje’. Dat we daar voor verschijning nog weinig reacties op kregen vanuit boekhandel en pers, wijt ik vooral aan het overweldigende aanbod van vertalingen. Geeft niet, als de roman ondanks gemis aan een DWDD-Boekenpanel uiteindelijk maar in de schijnwerpers belandt. ‘Viel menselijk verdriet maar uit te drukken in heldere cijfers in plaats van onzekere woorden,’ is de rake openingszin. ‘Was er maar een manier om te weten hoeveel we hebben geleden, had verdriet maar materie en maat. Ieder mens wordt op een dag geconfronteerd met de gewichtloosheid van zijn verblijf op aarde. Er zijn mensen die dat verdragen, ik zal het nooit verdragen. Ik heb het nooit verdragen.’

Te somber? Dóórlezen! ‘In 2008 stortte in Spanje het kapitalisme ineen, we raakten de weg kwijt, wisten niet meer wat we moesten ambiëren. (…) Bijna waren we de doden gaan benijden.’ Dan ontrolt zich de vloeiende vertelling – over gemis en verleden, via schijnbaar triviale dingen als rookgedrag, ziektes, geldtekort, de gezinsauto, kerkgang. Ik blader nu door de roman en wil voortdurend citeren. Dan weet ik dat een boek me dierbaar is en zal blijven: als ik het integraal aan iedereen zou willen voorlezen. Voor zonzoekende lezers een verheugend nieuwtje: zijn jongste roman, Alegría, gaat over het hervinden van geluk. We kochten meteen de rechten. Niet omdat het vrolijk is, maar omdat het geweldig geschreven is. Als u nou Ordesa leest, bezorgen wij u in 2022 ook van Alegría een fraaie vertaling. Afgesproken!