Radioreclame met auteurs

Op de radio klinken steeds vaker spotjes op die zijn ingesproken door de auteurs zelf. Wij hebben dat ook af en toe zo uitgevoerd. Renate Dorrestein deed het bijvoorbeeld een keer voor een eigen, nieuwe roman, nadat ze aangaf meer te willen doen met haar fraaie voorleesstem. Het paste haar, met die warme, uitnodigende stem haar vele vaste lezers als het ware rechtstreeks toe te spreken. En dit voorjaar bleek Wilfried de Jong bereid zijn geoefende, professionele stem in te zetten voor een reclamespotje over zijn boek De man en zijn wielerverhalen. De Jong zou De Jong niet zijn als hij daar, in een zelf gekozen studio, niet meteen ook meerwaarde aan zou verlenen (onder meer door opklinken van fietsgeluiden en Tour de France-toetertje).

Blij waren we toen hij onlangs bereid bleek, als fan van Max, Mischa & het Tet-offensief, een roman van Johan Harstad, zijn geoefende radiostem te lenen, plús zijn contrabas, waarop hij lekker jazzy meeplukte, refererend naar een quote in het spotje over de jazzy stijl van Harstads zinnen.

De laatste tijd klonken er méér auteursstemmen op. Waar radiospotjes gewoonlijk door professionele stemmen worden ingesproken, met in mijn geheugen als uitzondering een reeks spotjes door uitgever Wouter van Oorschot, toen hij nog aan de gelijknamige uitgeverij verbonden was, hoorde ik recentelijk zowel Pieter Waterdrinker als Arthur Japin hun nieuwe werk aanprijzen. Hoewel beide auteurs mooie, karakteristieke stemmen hebben (Japin natuurlijk ook als acteur ervaren met voordracht), begin ik nu toch aarzelingen te ontwikkelen bij de auteur als openbaar aanprijzer van eigen werk. Er moet het liefst toch sprake zijn van een heel bijzondere ‘twist’ in zo’n spotje, wil de schrijver niet ervaren worden als iemand die op een ton springt om de mensen naar de winkel te krijgen. Daarvoor heeft de schrijver nou juist een uitgever, voor de ‘vermarkting’ van zijn werk. Dat houdt hem (en haar) ontdaan van marktrumoer.

Uitgevers zijn niet voor niks wel gekenmerkt als ‘het laagste dier des velds’. Of zoals Steely Dan zong: I’m a fool to do your dirty work, o yeah!