
FIDAN
Misschien de meest gestelde vraag aan schrijvers: ‘is het autobiografisch?’ Uitgevers worden minder publiekelijk bevraagd, maar deze steekt altijd weer de kop op: ‘hoe kom je aan schrijvers?’ Het verpletterend saaie maar enig juiste antwoord: altijd weer anders. Het debuut van Ronald Giphart werd me toegespeeld door een gemeenschappelijke literaire kennis. Giphart op zijn beurt leidde me naar de jonge dichter Ingmar Heytze. Manon Uphoff ontdekte ik via haar debuutverhaal ‘ Poep’ in het verdwenen tijdschrift De Tweede Ronde. Op Joris Luyendijk werd ik attent gemaakt door Erik van Bruggen van campagnebureau BKB (die ons ook leidde naar Lodewijk Asscher voor diens nu bijna verschijnende boek Opstaan in het Lloyd Hotel).
Muidhond van Inge Schilperoord zat gewoon in de stapel ‘ongevraagde manuscripten’, net als Het boek Estee, het nog altijd verkochte, aangrijpende romandebuut van Alex Boogers. Het oermanuscript van Komt een vrouw bij de dokter bereikte ons via de met Kluun in de reclamewereld werkende man van de zus van onze toenmalige redacteur Janneke Steinz (bent u daar nog?). Met Renate Dorrestein at ik ooit oesters in Nantes, tijdens een schrijversconferentie. Jaren later, toen ze om haar moverende redenen eens bij een andere uitgever wilde publiceren, belde ze me op. We spraken een uur en toen wisten we het: match made in heaven.
Et cetera!
En Fidan Ekiz, volop in het nieuws met haar even ontroerende als maatschappelijk waardevolle boek Alles begint en eindigt met familie? Alweer lang geleden tipte iemand me haar prachtige documentaire Veerboot naar Holland, over Turkse gezinnen die naar Nederland kwamen. Ze was ook redacteur van Pauw & Witteman. Ik dacht: daar zit een boek in, en dronk een keer koffie met haar. Later nog eens. Ze wilde graag een boek maken, maar zocht naar de vorm (en de tijd). Jaren nadien oefende ze haar vingers met een essay voor de Maand van de Geschiedenis. We mochten haar redactioneel begeleiden en zo werd de band versterkt. Het plan voor een groot boek (kort gezegd over integratie-problematiek aan de hand van haar persoonlijke geschiedenis) werd bekrachtigd met een contract, maar weer hielden talloze andere activiteiten haar van de schrijftafel. Ondertussen schreef ze prachtige columns voor het AD. En ineens was daar het inzicht: dát was eigenlijk al een boek. Met die prachtige scènes over haar familie, haar eigen vorming tot een volwaardige, intellectuele, succesvolle Nederlandse, met dan ineens de laatste jaren die betreurenswaardige polarisatie tussen geassimileerde kinderen van de ‘gastarbeiders’ en radicaliserende Turkse Nederlanders.
In deze eerste weken na de verschijning sprak ze zo vurig over de strekking van haar boek, de maatschappelijke en politieke dimensie ervan, dat de kwaliteit van haar debuut als schrijver bijna in de schaduw raakte. Maar gelukkig ontdekken steeds meer lezers haar debuut, dat behalve zeer ontroerend ook knap geschreven is; met gevoel voor het juiste detail, het juiste woord, op een stevige bodem van visie ontwikkeld vanuit het eigen leven. Alles begint en eindigt met familie, voor deze geweldige vrouw. En alles begint en eindigt met schrijven, voor wie een schrijver wil zijn. En dat is Fidan.
Wat ben ik blij dat we ooit die koffie dronken!