
UITGEVER LEEST
Waarom ik het nooit tot stand heb gebracht weet ik niet, maar als ik aan zomervakantie denk en aan lezen, staat me al decennia voor ogen: een maand lang ergens verpozen in een fijn zomerhuis, steeds hetzelfde, met een grote keuken, ruime koele kamers (een slaapkamer met een stenen of houten vloer en wit linnen op een groot bed), en veel boeken. Uitgever Rob van Gennep deed dat altijd, als ik me het goed herinner, in voormalig Joegoslavië (hij was links). Jaco Groot van De Harmonie doet het ook, ergens op een eiland in de Middellandse Zee.
Misschien komt het er nog eens van.
Terwijl u dit leest ben ik in een mij dierbaar geworden gehucht in Noord-Italië. Oók goed. Maar slechts twee weken. Hoeveel kun je dan lezen?
De uitgever gaat op vakantie en neemt mee: veel te veel boeken. (Ja, gewoon lekker van papier, dan maar wat minder kleren en strandgerei.) Als we praten (as we speak) berust ik er al in dat ik aan enkele voor de zomer opzij gelegde boeken niet toe zal komen. Die moeten thuis maar wachten op de nazomer en de herfst (of op een volgende zomer). Nachtschrijver van Jannie Regnerus bijvoorbeeld. Zou graag weer eens van haar precieuze stijl genieten. Wanderlust van onze auteur Rebecca Solnit. Ander keertje. Elena Ferrante, wie vlucht en wie blijft: lijkt me heerlijke kost (liefst natuurlijk de hele reeks). Nieuwe uitgave van Amerika, ooit gelezen (ik las ál Kafka’s werk), maar het moet nog eens, in vertaling Willem van Toorn. Zachte riten van Marja Pruis, ooit haar literaire werkzaamheden begonnen bij Nijgh & van Ditmar toen ik er uitgever was. Het oorlogsdagboek van Hannie Michaelis, ooit in mijn studentenkamer ter gelegenheid van haar nawoord bij de uitgave van Henk Romijn Meijers Toen Reve nog Van het Reve was (Uitgeverij Joost Nijsen). Meer iets voor de herfst.
Wat ik dan meeneem, vraagt nog altijd om meer leesuren dan ik beschikbaar zal hebben. Maar er moet er plekke nog wat te kiezen over zijn. Drie manuscripten uit eigen laboratorium die beroepsmatig gelezen móeten worden, maar me ook bij voorbaat opwinden. Onder een hemel van sproeten van Alex Boogers. God wat heb ik daar een zin in. Ikarien van onze auteur Uwe Timm, op punt van verschijnen in Duitsland. En iets heel bijzonders, Oogpunt van de Argentijnse María Gainza, aangekocht op basis van enkele Engelse hoofdstukken. Roman en autobiografie en kunstgeschiedenis inéen.
Querido verwierf de rechten van een nooit vertaalde Exil-roman waar Henk van Renssen me warm voor maakte: Der Vulkan van Klaus Mann. Dan ook maar Die Manns, Geschichte einer Familie. Kijken hoe Klaus zich precies verhield tot zijn beroemde familieleden. Een dunnetje van Annie Ernaux, Meisjesherinneringen, vanwege een concept dat me bezighoudt: terugduiken in éen bepaald jaar uit de kindertijd (hier: 1958).
En dan nog Machten der duisternis van Anthony Burgess. Al in begonnen. Virtuoos.
Luister, dit zijn nog veel te veel pagina’s, want ik hou ook van eten en zwemmen en wandelen met dierbaren.
Scheisse – ik moet nog minstens éen dikzak thuislaten. Der Vulkan dan maar. Want stel je voor dat ik het briljant vind, en spijt krijg dat ik er Querido niet uit bood.
Ik hou dan nog zo’n tweeduizend pagina’s over. Voor netto (na aftrek reisdagen): tien dagen. Tweehonderd pagina’s per dag.
Gaat me niet lukken.
Laten we maar snel beweren dat dat niet erg is maar juist zaligmakend: veel meer mooie woorden bij je te hebben dan je op kunt.
Tot later!