
Groei!
Op Facebook vroeg iemand vorige week aan zijn vrienden: heeft iemand misschien ook nog góéd nieuws te melden over 2016? Dat maakte veel positieve reacties los, zoals van iemand wier zieke huisdier weer aan de beterende hand schijnt te zijn. Dat is geen ruimschootse compensatie voor het vele leed dat de aarde politiek, militair, sociaal en economisch overspoelde en ook in 2017 zal overspoelen. Maar het is altijd goed je zegeningen te tellen.
Ik deed dat ultimo 2016 persoonlijk, maar ook op mesoniveau, kijkend naar de boekenbranche. Onderzoeksbureau GfK meldde op de drempel van het jaar een cumulatieve boekenomzet over week 1 tot en met 51 van bijna 500 miljoen euro. (Ik neem even de vakjournalistiek waar nu Boekblad een week dicht is.) Een stijging ten opzichte van vorig jaar met 7,6% (puur kijkend naar Nederlandstalige boeken met 5,7%). Vooral de laatste maanden deed het boek goede zaken, zoals in week 51 met een stijging van tegen de 50% (!). Grootste omzetmakers waren Judas, Harry Potter en Johan Cruijff, maar vergeet behalve de populaire memoires van sport(-anti-)helden, enkele hardnekkige thrillers en een Hendrik Groen, ook niet een Koch, Mak en Ferrante. De stijging, meldt GfK dan ook, zat eigenlijk in alle genres. Literaire fictie lijkt nog het minst bedeeld met verkoopsucces, maar ik aarzel daaraan sterke conclusies te verbinden. Jaarstatistieken zijn leuk, maar in het boekenvak altijd zwaar bepaald door het verloop van afzonderlijke titels. In een jaar zonder nieuwe Harry Potter heeft het kinderboek het uiteraard lastiger dan mét. In een jaar met Judas, Juliana en Mak heeft non-fictie het makkelijker. Dat kan volgend jaar door uitschieters in andere genres ineens anders zijn. Laat iedereen dus vooral lekker bij zijn eigen leest blijven. Bij Podium waren koplopers in dit ook voor ons winstgevende jaar Zeven soorten honger van Renate Dorrestein, Ik was een van hen van Maarten Zeegers en Solo Food van Janneke Vreugdenhil. Literaire roman, journalistieke non-fictie, kookboek. De gemiddelde oplage van onze tien bestverkochte titels lag op een dikke 10.000 exemplaren. Daar kun je van eten, en dat deden we dan ook, met oliebollen als slotstuk. Is dit structureel lijkende marktherstel niet mirakels? Na al die jaren van sombere voorspellingen over het boek?
En hoewel een enkele uitgeverij het dit jaar matig deed, valt vooral op hoe breed en veelkleurig het palet uitgeverijen dat de sterk gegroeide omzet genereerde. Overamstel deed het uitzonderlijk, A.W. Bruna piekte weer met enkele evergreens, maar ook de meeste andere grotere uitgeverijen waren succesvol (waarbij wel aangetekend dat omzet één is, maar kosten twéé – en daar heb ik weinig zicht op). Daarnaast waren er grote sellers bij uitgeverijen die jaren worstelden, zoals Nieuw-Amsterdam (met een Cruijff en een Ferrante), en bij een veelkleurig clubje aan ‘independents’, zoals Prometheus, Karakter, De Harmonie en Lemniscaat, maar ook nieuwkomers als Cornelisse, DasMag en Podium’s bovenbuurman Maven, dat met Mindf*ck nu op 4 staat (proficiat!). Volgend jaar zijn er ongetwijfeld weer andere uitgevers aan de beurt met supersellers die de rest omhoog tillen, en vallen enkele van de omzetmakers van 2016 weer terug. Je zág het succes ook, in soms ouderwets volle boekwinkels, zoals in Amsterdam, waar ik nou toevallig woon, de net in The New York Times bejubelde, prachtig verbouwde boekhandel Van Rossum, waar juist het brede, uitgelezen (sic) assortiment onderdeel is van de aantrekkingskracht.
Wat me nog vrolijker stemt is dat het digitale lezen het papieren boek in het geheel niet verdrong, maar wel met enkele procenten groeide, zodat het een keurige aanvulling begint te vormen op de omzet, net als (in elk geval bij Podium), de stijgende rechtenomzet. 2016 was ook het jaar van opmerkelijk succes in het buitenland van Nederlandse schrijvers.
Met in het eerste half jaar onder meer een onvervalste nieuwe Kluun, de potentie van het meesterwerk van de Noorse Harstad, een nieuwe Boogers en een even onthutsende als onderhoudende ‘ivf-roman’ van Carlo Groot, durven wij 2017 al aan te merken als een jaar dat nóg beter zal zijn, voor ons, maar misschien wel voor de hele branche. U kunt me over precies een jaar op dit ongezouten optimisme afrekenen.
Hoe het in ons land politiek en maatschappelijk zal verlopen, daar past hier helaas wel enig voorbehoud.