
LIEVE ATHENAEUM
Ik wilde deze column wijden aan de volgende week te verschijnen nieuwe roman van Ronald Giphart, Lieve. Maar nu was ik gisteravond op het halve-eeuwfeest van Athenaeum Boekhandel, en daar schoten natuurlijk vele herinneringen te binnen. Te veel om hier op te voeren (en zo bijzonder zijn ze allemaal niet). In eentje ervan echter speelt juist Giphart een hoofdrol. Ronald houdt niet van de grachtengordel – hij mijdt zelfs het Boekenbal zo veel mogelijk (maar hoe fier was ik toen hij op het erebalkon van de Stadsschouwburg werd toegejuicht voor zijn Boekenweeknovelle Gala). Het was dan ook bij voorbaat met een wat ongemakkelijk gevoel dat we halverwege jaren negentig Het feest der liefde in Athenaeum presenteerden, temeer daar zijn toen al waanzinnig populaire oeuvre maar nét door de beugel leek te kunnen van literaire kwaliteitsslagerij Athenaeum (overigens, gisteravond verklaarde feestspreker Tom Lanoye zijn betrokkenheid bij Athenaeum vanuit zijn verleden als ‘slagerszoon met een brilletje’).
Ik herinner me een feestelijke bijeenkomst, roerig, misschien juist vanwege de niet steeds onaangename onderhuidse spanning tussen de geweldige, maar door de jaren heen ook altijd wat geborneerde elite-boekhandel Athenaeum, en de literaire popster Giphart. Journalist Dylan van Eijkeren dronk het snelst, en leek elektrisch geladen. In de hoek waar de prachtige collectie poëzie zich bevindt (hulde alleen al daarvoor, en driewerf gefeliciteerd) schoof Dylan het raam omhoog, en begon boeken naar buiten te gooien, tot hij hierin een halt toegeroepen werd. Snel rondden we de bijeenkomst af, om door te feesten in Café de Pels. Hier stond ik met de nog steeds verhitte Dylan aan de kop van de bar. Ik geloof (maar vertrouw nooit uitgeversherinneringen!) dat hij me ervan probeerde te overtuigen dat zijn naderende roman van Nobelprijskwaliteit was, en ik daar op voorhand vraagtekens bij plaatste. Naast ons stond de sinaasappelpers, en daarbij op een houten plankje een groot, gekarteld mes. Hij leek me er, járen voor IS, mee te willen onthoofden, maar de gemoederen bedaarden, vooral door tussenkomst van mediator Giphart, en waarschijnlijk hebben we elkaar met duizend armen omhelsd.
Those were the days.
Of nee, er is eigenlijk weinig veranderd. Vrijdag de 23ste presenteren we weer een nieuwe roman van Ronald, op het Nederlands Film Festival in Utrecht. Auteur en uitgever en andere betrokkenen zijn weer net zo kinderlijk opgewonden over de aanstaande geboorte. Het is ook wel een héél lekkere roman, gesitueerd in de filmwereld. De meest filmische maar ook meest verfilmbare roman van de moderne Nederlandse literatuur, als u het mij vraagt. Enig verschil met toen, is dat we het nu omlijsten met een keurige forumdiscussie over raakvlakken tussen literatuur en film, en vermoedelijk hooguit een tikkeltje tipsy worden. Verstandig. Daarom houden we het ook zo lang vol misschien, net als Athenaeum, dat een halve eeuw oud alweer is. Ik kruis duizend vingers dat daar een halve eeuw nog bijkomt. Ik vind Athenaeum net zo lief als Ronald en zijn Lieve nieuwe boek, zélfs als ze er de klant nog steeds streng aankijken als deze het waagt een Noort of een Kluun of een Ludlum te bestellen.