
Focus
Wie mij al wat langer volgt, herkent de stokpaardjes wel. Een ervan is mijn geringe enthousiasme, to put it mildly, over het verschijnsel ‘zomeraanbieding’. De ‘worp’ nieuwe boeken ingeklemd tussen voorjaars- en najaarscatalogus. Uitgevers bereiken Rome langs vele wegen, en dat is prima natuurlijk. Maar voor ons is dat exclusief Nederlandse fenomeen van de zomeraanbieding een no-go area. Ik snap nooit waar andere uitgeefteams de concentratie vandaan halen om alweer volop in de voorbereiding van een nieuwe catalogus te duiken als de meeste voorjaarstitels nog met veel aandacht naar de lezer begeleid moeten worden. Sterker nog, het is al een hele opgave, althans voor wie zijn auteurs en hun boeken serieus neemt, om in april toe te werken naar de nájaarstitels. (Ik vermoed dat velen nu toch gaan zappen naar een ander kanaal, het is nogal een technisch boekenvak-onderwerp.)
Ga maar na. In april en mei verschijnt bij ons het ene bijzondere boek na het andere: het nieuwe boek van Wilfried de Jong (wat een stilist is dat toch, en wat een verbeeldingskracht), de soms om te janken zo grappige vrouwenspotgids van Maxim Hartman, een bijbeltje met álle bundels van Ingmar Heytze, een ongewoon onthullend en leerzaam boek van Maarten Zeegers over zijn undercoverjaren in de Haagse Transvaal-buurt, de verzengende liefdesbrieven van Ingrid Jonker en André Brink, en een nieuw hoogtepunt in onze serie verhalenbundels (van de Deense Dorthe Nors). Niet te vergeten het kleurrijke verhaal van Marnix de Bruyne over Nederlandse boeren in Zimbabwe.
En dan tussendoor – okay ik geef deze inconsequentie in aanbiedingsbeleid toe – geheel onverwachts een kostelijke zomerroman van Renate Dorrestein (ik onthul vast de prachtige titel: Zeven soorten honger).
Daarnaast hebben we onze handen ook nog vrolijk vol aan de recent verschenen uitgaven, en zijn we vreugdevol doende met twéé Libris shortlist-titels (van Boogers en Schilperoord).
De herfst, om met een oude roman van Siebelink te spreken, zal schitterend zijn. We trappelen er ons de komende maanden voor warm, opgelucht dat we daarbij niet door een zomeraanbieding afgeleid worden. Dit wordt zo’n column met te veel opsomming van titels, maar u bent een nieuwsgierig mens, anders had u me niet tot hier al gevolgd. Uw geduld wordt beloond, want ik haal wat dikke krenten uit de pap. Niet verder vertellen. Van Michel Faber een hartverscheurende gedichtenbundel over de dood van zijn vrouw. Alle verhalen van Truman Capote. Nieuwe romans van Giphart en de te onzent vergeleken met Vlaanderen nog te zuinig gelezen Kris Van Steenberge. Een hertaling door Elvis Peeters van de oudste minneliederen van onze letteren. Het debuut van Georgina Verbaan. Een alleszins solistisch kookboek van Janneke Vreugdenhil. Arno Kantelberg die de Nederlandse man uitlegt hoe hij zich kleden moet (eindelijk soelaas). Een prentenboek van Etgar Keret. DBC Pierre met… Joost, stop! Laat nu eerst de lente zich voltrekken.