Boekenpanel

Uiteraard zit ik, bord eten op schoot, steevast aan de buis gekluisterd als bij DWDD het Boekenpanel in actie komt. Allereerst woedt in mij & alle dierbare mede-Podiosi die ene keer per maand de vurige wens, dat een van onze net verschenen boeken behandeld wordt. Via de groeps-app vliegen de verrukte kreten over en weer als we er weer eens bij zitten. Dat gebeurde al met de boeken van Manu Joseph, Michel Faber, Alex Boogers, Simon Garfield en Kris Van Steenberge. Geen twijfel gelukkig over de smaak en integriteit van de boekverkopers, die door deelname aan DWDD zo maar een beetje bekende Nederlanders werden, wat weer goed is voor hun winkels. Ik hoop dat nog vele goede boekhandelaren aan dit programma mee kunnen gaan doen. Er is uiteraard ook altijd gezonde teleurstelling als een door ons kansrijk geacht boek niet tot de selectie behoort. We geven maar zo’n dertig boeken per jaar uit – maar die gun je dan ook stuk voor stuk vermelding, temeer daar het panel op voorhand geen genres uitsluit (al betwijfel ik of poëzie al eens langs gekomen is). Ik had me bij de laatste uitzending bijvoorbeeld goed kunnen voorstellen dat het panel lof had geuit voor het even handige als grensverleggende boekje van Bram Bakker over een actuele volksziekte: het overmatige gebruik van antidepressiva. Geen moment zou ik verbaasd zijn geweest als het vrolijke familiekookboek van echtpaar Giphart op tafel had gelegen. Ideaal voor juist de veelal jonge, drukbezette kijkers van dit programma. Elvis Peeters’ menselijke dierenroman Jacht zou bepaald niet misstaan hebben. Idem dito het literaire non-fictieboek van Maaike Sips over haar vader die vrouw werd. Ze was weliswaar al te gast bij Matthijs, maar het panel kiest op eigen houtje. En tot slot leidde Pontiac’s graphic novel Styx al tot zoveel loftuitingen, juist ook in boekhandelskringen, dat ik me alles had kunnen voorstellen bij jubelende bespreking ervan. Groot de verleiding je eigen boeken en schrijvers te vergelijken met wél behandelde boeken – zijn die echt wel béter? Kniezen en klagen ligt op de loer, als het bord leeg is en het panel afgesloten met fraaie animatie bij het Boek van de Maand. Toch geef ik me daar niet aan over. Niet alleen is het een deugd om verlies waardig te dragen, ook blijft er zelfs als je boeken er niet bij zitten een batig saldo. Dat betreft dan niet het eigen fonds maar het boekenklimaat als zodanig. Want al worden de gekozen boeken in het ijltempo van de hedendaagse talkshow besproken, en vervliegt het ene boek alweer als het andere van pakkende etiketten voorzien wordt, het is toch: warme aandacht voor het boek. Daar kan geen collectieve campagne tegenop. Wat bij de kijkers blijft hangen, dankzij DWDD, is die enkele titel, maar ook: wat een boeken verschijnen er en wat zijn die boekverkopers daar enthousiast over, de wangen en hals rood van opwinding en hun blik totaal door boeken bezeten. Voor mezelf vergelijk ik het altijd met theater, waar ik slecht in thuis ben maar waar ik toch geregeld heen zou willen. Alleen, wie wijst me de door de bomen het bos? Een DWDD Theaterpanel, met vurige schouwburgdirecteuren, zou me ongetwijfeld over de streep trekken en me naar hun cultuurpaleizen lokken. Voor het boek bestaat er wel zo’n panel, en dat is zo’n verheugend fenomeen, dat ik zelfs als Podium-boeken niet behandeld worden, vrolijk de verrekijk weer uitzet. Dat is niet eens altruïstisch, want enthousiaste behandeling van boeken op tv leidt tot meer verkeer in boekwinkels – en laten ónze nieuwe boeken daar nu ook liggen? Vervang het vraagteken maar gerust door een uitroepteken!