Steinz & Co

Als uitgever wens je al je schrijvers succes en onvergankelijkheid toe. Ik bedoel, je gaat niet een auteur uitgeven waarvan je denkt: ach, maar eens kijken of er publiek voor is. Al is dat óók een vorm van uitgeven, ‘in de breedte’, zoals sommigen bij roulette hun fiches wild verspreiden over talloze getallen en categorieën. Beide vormen, gericht en ongericht uitgeven, kunnen tot succes leiden – als je er maar wel consequent in bent.

Maar de literaire uitgever die de lat hoog legt, doet dit voor de eeuwigheid, hoe kort die vervolgens ook moge duren. (Want zeg eerlijk, hoe vaak leest u nog op papier onsterfelijke auteurs als Émile Zola, Peter Handke, Frederik van Eeden, Bordewijk, Arthur van Schendel, Belcampo?)

En vanuit die ambitie, sla je dan met bevende handen de grote Steinz open, Gids voor de wereldliteratuur, de sterk herziene en vermeerderde editie van Steinz’ eerdere Lezen &cetera en Lezen op locatie. De zieke maar ongekend productieve Pieter Steinz liet zich bijstaan door zijn dochter Jet, en anderen, onder wie Toef Jaeger. Samen vervaardigden zij deze gids ‘in 416 schrijvers, 104 meesterwerken, 26 one-book wonders, 52 boekwebben, 26 thema’s, 26 quizzen en 52 landkaarten’ (u bespeurt meteen het rekenkundig stramien van 26>52>104>416).

In het register zocht ik in volle, hopelijk vergeeflijke ijdelheid eerst mezelf, als schrijver van het nu al legendarische ABC van de literaire uitgeverij. Geen vermelding!

En terecht – dat is een vakboek. Non-fictie wordt alleen behandeld in heel literaire verschijningsvormen.

Dan snel door naar de drie overleden Podium-auteurs over wie ik laatst nog de hoop uitsprak dat ze niet vergeten zullen worden. Bingo! Alle drie present. Pontiac bescheiden aanwezig met vermelding van zijn Kraut in ‘Kaart 9: Caraïben’, passend een ‘autobiografische graphic novel’ genoemd. Over Herman Franke een uitstekend lemma. Idem Henk van Woerden, met een lemma en via uiteenlopende andere auteurs en invalshoeken. Zou ons Zuid-Afrikaanse fonds met nog meer auteurs vertegenwoordigd zijn? Góéóéd… Breytenbach, Van Heerden, Jonker.

De laatste een dichter, bijzonder want de poëzie is in deze Gids niet structureel meegenomen (waardoor van Podium Heytze, Jansen, Krog en andere dichters ontbreken).

Van onze levende Nederlandse romanciers zijn ook Renate Dorrestein, Ronald Giphart, Kluun en Elvis Peeters naar behoren aanwezig, en zelfs de oudere, ietwat in de schaduw geraakte schrijfster Adelheid van Beuningen (wier historische romans Steinz altijd nauwlettend gevolgd heeft).

Goh, die Steinz.

Dan is er de overweldigend, onmetelijk rijke buitenlandse literatuur. Dante, Dickens, Gogol, Joyce, Salinger… uiteraard. Maar hoe zouden de hedendaagse romanciers vertegenwoordigd zijn? Wederom met oogkleppen voor de rest van de wereldliteratuur eerst onze auteurs gezocht. Und verdammt! Daar staan ze… Michel Faber, Etgar Keret, Hari Kunzru, DBC Pierre.

In 416 schrijvers &cetera kun je verre van compleet zijn. Sommige van onze auteurs, als Alex Boogers, Wilfried de Jong en Arjen Lubach, zullen zich in een volgende editie wellicht voegen in deze kleurrijke literaire arena, en misschien ook buitenlandse romanciers als Manu Joseph, George Saunders en Uwe Timm.

Maar zelfs de meest eerzuchtige uitgever begrijpt dat nimmer zijn complete auteursstal in zo’n allesomvattende Gids opgenomen kan worden. Sterker nog, met een mengeling van ontzag en dankbaarheid sloeg ik dit boek na mijn oprecht subjectieve onderzoek dicht, om het nog vaak open te slaan voor een voortgaand, verlekkerd grasduinen.

Chapeau, Steinzl’s.