Dallas

Het Nederlands Letterenfonds (NLF) gaat onverdroten voort met zijn (deel)missie zo veel mogelijk buitenlandse uitgevers en redacteuren warm te maken voor onze vaderlandse literatuur. Tussen de fellowships en groepsreizen door (zoals laatst een tsunami aan Duitse uitgevers in de aanloop naar het Nederlandse en Vlaamse thema van Buchmesse 2016), worden individuele editors uitgenodigd om gedurende enkele dagen zo veel mogelijk Nederlandse uitgeverijen te bezoeken.

Dat kost ook ons tijd, tijd die kostbaar is, zeker nu we in een krimpende markt met minder mensen onze nobele arbeid moeten verrichten.

Deze week was het weer raak, met ene Will Evans van iets genaamd Deep Vellum Publishing (‘vellum’ = perkament). Het NLF drong erop aan hem ondanks alle drukte toch even te ontmoeten.

Gelukkig namen we de uitnodiging aan. Will Evans bleek een jonge, tengere uitgever met anachronistische snor, die het recentelijk in zijn hoofd haalde om in het door uitgeefkolossen gedomineerde Amerika een eenmansuitgeverij te beginnen. Dat is op zich al een mirakel, maar hier is nog meer aan de hand. Evans startte zijn uitgeverij in… Dallas, Texas. Er is daar één onafhankelijke boekwinkel op (let op!) zes miljoen inwoners. Niet direct een stimulerende omgeving, voor een literaire uitgeverij. Of misschien juist wel: hij legde uit dat er veel rijken wonen die hun geweten afkopen met het sponsoren van kunst – en waarom dan niet ook de letteren gesteund, stelt Evans. En, zegt hij in een interview, in andere steden dan New York ‘the chances are you’re the only literary event within a 250 mile radius so you own the scene and you can make events special and you can make a very large impact and you can make readers out of people who are not normally readers‘.

Een missionaris, temeer daar hij zich met zijn nog kleine fonds concentreert op vertaalde literatuur. In onze oren klinkt dat verre van exotisch (kijk naar de dominantie van vertalingen in fondsen als De Geus en Cossee), maar in de Verenigde Staten, waar vertaalde literatuur slechts circa één procent van het aanbod uitmaakt, is dat hoogst zeldzaam.

Evans maakt het zich niet makkelijk door dan ook nog eens literaire zwaargewichten uit te geven uit IJsland, Rusland, Mexico en, wat hem betreft, spoedig ook uit Nederland. Toch bestaat de opwindende mogelijkheid dat, als hij volhoudt, op een dag een tot dan toe onbekende auteur een bestsellerauteur zal blijken te zijn. Zo begon een andere Amerikaanse non-profituitgeverij, Archipelago, plotseling wat te verdienen toen de boeken van Karl Ove Knausgård hitgevoelig bleken.

Om geld verdienen gaat het ondertussen niet, benadrukte Evans in ons inspirerende gesprek. Hij bleek dat minder defensief te bedoelen dan wij geneigd zijn ons voor te stellen bij ‘idealistisch uitgeven’: ‘Mijn doel is de boeken die ik uitgeef onder zo veel mogelijk lezers te brengen, op de meest agressief mogelijke wijze, met inzet van social media, intensieve tournees met vertalers, bewerken van de media, et cetera et cetera. Als je daarin slaagt, is winst alleen maar een logisch gevolg van je inspanningen.’

Ik had vooraf gewaarschuwd maar drie kwartier te kunnen uittrekken voor dit gesprek. Het werd het dubbele, en nog kwamen we tijd te kort.

We kenden Dallas van de soap-familie Ewing. Laten we J.R. en Bobby en Sue Ellen gauw vergeten en Will Evans met zijn smaak en literaire zendingsdrift alle ruimte bieden.