Het huis woont in mij
‘Swanborn maakt ons stil,’ oordeelde de jury van de J.C. Bloem-poëzieprijs over de bundel Tot ook ik verwaai. En die stilte is precies wat Peter Swanborn wil benoemen. Met zijn gedichten probeert hij, als vele, roemruchte voorgangers, woorden te vinden voor het onzegbare. In zijn nieuwe bundel Het huis woont in mij vecht een verteller verwoed tegen het verval en de onbetrouwbaarheid van zijn herinneringen. In heldere, afgewogen gedichten volgt Swanborn de draad die hem terugvoert naar het huis van zijn jeugd. Maar die draad blijkt te kort: hij kan er nét niet bij. Voorvaderen, vergeten vrienden en verloren geliefden tonen hem dat zijn verleden een eigen leven leidt – op een verlaten strand, in een drassig ven of achter de dichtgetimmerde ramen van z’n eigen hoofd.