
Kauwgom
‘Ergens op kauwen.’ Kent u die uitdrukking, zou Gremdaat vragen. Eigenlijk speelt die uitdrukking steeds door mijn hoofd sinds we enkele geleden onze intrek namen in de Kauwgomballenfabriek. Niet in het hoofdgebouw trouwens, maar in het erachter gelegen ‘Kauwgomballenfabriek – Het Lab’. Toen ik de beheerder vroeg of daar waar wij nu boeken maken, vroeger dus het laboratorium zat van het verdwenen Maple Leaf, moest ze grinniken. ‘Nee joh, dat vonden we gewoon een leuke naam, feitelijk werden hier pijpleidingen gemaakt.’
‘Pijpen, kent u die uitdrukking?’
Pijpleidingen bedoelde ze.
Wij vinden alles goed, als wij er maar luid smakkend kunnen kauwen op doeltreffende plannen voor boeken en de exploitatie ervan.
En zulks doen wij, elke dag, vooralsnog elkaar vrolijk storend in één grote ruimte; maar nog even, en prachtige glazen wanden scheiden ons van elkaar, zodat we elkaar wel kunnen zien, maar niet steeds hóren (al genieten we er stiekem enorm van om ons permanent met elkaar te bemoeien).
Bij alle belangrijke levensmomenten is het lastig om, in de beschrijving ervan, clichés te vermijden. Zo wil ik hier graag berichten, dat ons nieuwe kantoor enorm ‘inspirerend’ is, en ons een ‘nieuwe start’ bezorgt. Vreselijke woorden. Maar ze kloppen wel, als een bus zelfs. We hebben genoten van onze eerdere behuizingen (eerst een verdieping op het Singel, daarna een monumentaal pand aan het Vondelpark), maar deze, een herlevend industrieterrein nabij het Amstelstation, dreigt ons andermaal vleugels te geven. Het zal toeval zijn, maar sinds we hier zitten stromen er krankzinnig goede manuscripten binnen. Niet zo maar bij de post (al zit daar soms een pareltje tussen), maar vanuit de onverminderde contacten met onze auteurs. Want mét onze kasten en tafels verhuisde godzijdank ook onze auteursstal mee, en in die stal gebeuren momenteel dingen die hun weerga niet kennen. Om u lange opsommingen te besparen, noem ik geen namen. Maar let maar op wat u aangereikt gaat worden.
Een goed manuscript in handen krijgen is één. Het naar zo veel mogelijk lezers leiden is twee. Ook daar begint het onophoudelijk kauwen tot mooie resultaten te leiden. Eén prachtig project wil ik niet onvermeld laten, ter illustratie.
Onze in oktober te verschijnen kostelijke brievenboeken, Ode aan de brief van Simon Garfield en Brieven van belang van Shaun Usher, vormden de aanleiding voor zowel een brievenbijlage en een brievenschrijfwedstrijd in NRC Handelsblad (31 oktober) als een Middag van de Brief i.s.m. Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam op 22 november. ’s Neerlands beste en productiefste correspondent A.F.Th. van der Heijden leverde bovendien een klinkend voorwoord in de vorm van een ‘Open brief’ aan Garfield.
Als ik u dan ook nog verklap dat we met de beste boekhandels van het land begonnen zijn met een intensief samenwerkingsmodel, dan zult u hopelijk van me willen aannemen dat al dat kauwen in de Kauwgomballenfabriek zijn vruchten afwerpt. Die u de komende, vruchtbare seizoenen hopelijk allen van onze bomen gaat plukken.