Reddingsboek

In de kop van deze column treft u een nieuw woord aan. Een boek als een reddingsboei: een reddingsboek. Om u aan vast te houden in tijden van drukte, nood en verwarring.

Elke goede roman is zo’n reddingsboek.

De net verschenen roman van Benjamin Burg inspireerde me tot dit woord. Waarschijnlijk reageerden mijn hersens tijdens de woordvondst in eerste instantie op de titel: Redder in nood.

Of die redder, de held van de roman, ook zelf gered wordt?

Laat me u eerst iets over de auteur vertellen.

Auteur Benjamin Burg is een Nederlandse, jong en hip gebleven heer die, na een succesvolle carrière als onder andere tijdschriftuitgever, enkele jaren geleden besloot gehoor te geven aan zijn schrijfdrang.

Na een geprezen verhalenbundel bij De Bezige Bij (nog onder zijn eigen naam Bob van der Burg), stapte hij over naar Podium, en oogstte andermaal veel lof voor zijn tweede bundel: Leo, de vrouwenman. Als schrijver van korte verhalen is hij zo goed (strak geschreven, suggestief, geen woord te veel en toch bol van klinkende conflicten, lotsbestemmingen en ontknopingen), dat toen hij me bekende aan een roman begonnen te zijn, ik ietwat sceptisch gezegd schijn te hebben: ‘Dat is een heel ander genre, hoor, benieuwd of het je ligt.’ Burg herinnerde mij hieraan met een gulle knipoog, kort nadat ik de eerste versie van Redder in nood las en volkomen overtuigd was.

Want Redder in nood is tot in de kleinste scharniertjes doortimmerd.

Ik wil hier het vermaledijde predicaat ‘on-Nederlands goed’ vermijden, maar ben wel van mening dat in de Nederlandse literatuur te weinig een vorm van romankunst voorkomt waar Redder in nood een geslaagd exempel van is: een in soepele stijl geschreven, behendig ‘geplot’ boek tegen de achtergrond van een herkenbaar maatschappelijk decor. Velen van u herinneren zich die dramatische scheepsramp van de Herald of Free Enterprise, waarbij velen die op deze veerboot aanmonsterden in de golven verdwenen, kort na vertrek uit Zeebrugge.

Burg (ik wil geloof ik dat hij net zo’n vertrouwde schrijversachternaam wordt als een Giphart, Koch of Kluun) verzon een hoofdpersoon die bijkomt in het ziekenhuis nadat hij de ramp overleefde en, kennelijk, vele passagiers gered heeft. Dit door met zijn lichaam een brug (bijna Burg!) te vormen waarover tientallen een veilig heenkomen vonden.

Wat dan volgt is een spannend, satirisch verhaal over een antiheld die ervan overtuigd raakt dat hij eigenlijk toch een held is… De filmproducent die voor dit boek meteen interesse toonde, zei: ‘Dit is een echte dark comedy.’

Hij mag daar genrematig dan gelijk in hebben, ik noem het tot nader order toch het ultieme reddingsboek.

Het kan niet lang meer duren of tot vele lezers zal doordringen dat we er in Nederland een auteur bij hebben die precies de goede beslissing nam, zijn leven te wijden aan de levende letteren.