
New York
Vooraf altijd die calvinistische twijfel: kun je je drukke burelen wel enkele dagen verruilen voor een ver oord? Betaalt dat zich wel terug? Is dat geen smoesje, vakgenoten bezoeken in New York, om heimelijk te genieten van de metropool der metropolen?
Aber nein! Das zahlt sich doch meist sicherlich zurück! (Hölderlin, Anzeichnungen.)
Behalve wat kleinere agenten en uitgevers bezocht ik twee van de machtigste literaire agentschappen van de boekenwereld.
William Morris (WME) zetelt hartje Manhattan in een van de vele wolkenkrabbers (op de begane grond zit ING trouwens, voor een huur die gelijk moet staan aan de jaarlijkse Nederlandse staatssteun). Ik sprak er over de deal die Podium op de London Book Fair sloot inzake de Nederlandse vertaalrechten van een roman die we komend voorjaar aanbieden, van de Canadese nieuwe ster Emma Hooper. Ontroerend boek, over een oude vrouw die haar erf verlaat om duizenden mijlen naar de oceaan te wandelen, en onderweg gesprekken voert met een coyote. De assistent van de assistent van de verantwoordelijke agent wachtte me op aan een intimiderende balie waar een uiteraard beeldschone receptioniste bedeesd achter schuilging.
De andere reus heet ICM. In de hoekkamer van hun zalen aan Fifth Avenue trof ik een van de partners, een kleine maar invloedrijke oudere vakvrouw, die niet alleen bevriend is met de Kennedy’s en vele populaire Amerikaanse schrijvers naar de bestsellerlijsten leidde, maar ook op haar conto mag schrijven dat ze writers’ writer George Saunders vanaf diens debuut onder haar hoede heeft. Zijn briljante verhalenbundel Tenth of December verschijnt bij ons in november, en onder andere Crossing Border stuurde ons al het verzoek hem uit te nodigen om naar Nederland te komen. Alleen door met zijn primary agent te praten, lukte het tot zijn agenda door te dringen.
‘How’s your market,’ was haar indringende openingsvraag. Aanhoudend zorgwekkend, moest ik haar met Europese eerlijkheid berichten. Of ik dat niet beweerde om tot een voor mij gunstiger onderhandelingsresultaat te komen? Zoals alle uitgevers altijd klagen over de markt? ‘I’m sorry, but we’ve signed the contract already, so I think I can be perfectly honest with you,’ antwoordde ik schalks.
‘And digital, how’s digital doin’ in Danmark these days?’ Nee mevrouw, zei ik toegeeflijk, Amsterdam ligt sinds kort in Nederland.
‘It was so great to meet you,’ loog ze Amerikaans toen ze me een half uur later de deur uit werkte.
Zo mogelijk nog zinvoller was het om boekhandels te bezoeken in Manhattan en Brooklyn. ‘Overal lijkt de cultuur in de ramsj te liggen,’ zal Mario Vargas Llosa tijdens zijn aanstaande Nexus-lezing gaan beweren. ‘Wat een financiële crisis lijkt, is in werkelijkheid een morele crisis,’ vat Nexus de strekking van zijn voordracht samen. Daar moest ik aan denken toen ik de traditionele megaboekhandels in Manhattan bezocht (zoals Barnes & Nobles). Ze maakten een verwaarloosde en bijna verlaten indruk, zoals te onzent enkele grote Selexyz-winkels zichtbaar vechten voor hun bestaan. Het grote lezerspubliek lijkt definitief slinkende, en misschien heeft Llosa gelijk en is dat niet alleen vanwege de recessie, maar ook vanwege een nog moeilijk te kwantificeren en kwalificeren culturele crisis.
Maar er is ook een stevig lichtpunt, gevormd door de zelfstandige boekwinkels die, net als in Nederland (denk aan de winkels van de begeesterde panelleden van DWDD), opbloeien dankzij een radicale keuze voor het betere boekenaanbod. Management en personeel weten ontzagwekkend veel van het zorgvuldig samengestelde assortiment en ontplooien vele activiteiten in hun winkels. Opvallend is de liefdevolle in- en verkoop van mooi uitgevoerde boeken, en de smaak waarmee deze winkels zijn ingericht. Dáár zie je de renaissance van het goede boek opdoemen: louter goede boeken voor lezers met smaak. In die zin ben ik optimistischer dan Llosa, al zal de boekhandel (en uitgeverij) van de toekomst wel een kleinere schaal krijgen. Hopelijk zal het niet nodig zijn dat die zeer goede boekwinkels en uitgevers hier, zoals in de VS, overeind kunnen blijven mede dankzij financiële steun van sponsors en andere donoren – al is dat misschien zo erg nog niet, dat the filthy rich hun morele dilemma’s afwenden door wat gouden dukaten onze branche in te pompen.
Deze reis moest ik nog zelf betalen, maar ook volgens de immer waakzame calvinist was het elke cent waard.
Joost Nijsen