WEDDEN?

Oké, er heerst zowel vorst als recessie, iedereen heeft griep, de winkels zijn leeg, het vertrouwen in de overheid is tot een dieptepunt gedaald (en voeg daar de banken en spoorwegen aan toe), en iedereen hangt aan de sociale media. Volgens de Slow Tech-beweging wordt de ‘homo digitalis mobilis’ zelfs door tien gevaren bedreigd; zo maken de sociale media ons dom en asociaal, stimuleren ze egotripperij, tasten ze ons geheugen aan en bedreigen ze privacy en creativiteit.

Hoe kan een uitgever het jaar dan toch zo optimistisch beginnen?

Wel, in de branche zijn ook hoopgevende berichten. Het mooiste vond ik vorige week het bericht dat de zelfstandige boekwinkels het vorig jaar naar verhouding het best gedaan hebben. Lang niet alle kwaliteitsboekhandels belandden in de rode cijfers. En dat in een laagconjunctuur.

Juist die winkels spannen zich over het algemeen stevig in voor boeken die bij ons net zijn verschenen dan wel op het punt van verschijnen staan. Literaire media sluiten daarbij aan. Zo zwelt de belangstelling aan voor enkele onlangs bij ons verschenen ‘stille’ literaire titels. De gedichten van de Nederlands-Finse Kira Wuck, de treinroman van de Finse Rosa Liksom, de debuutroman van de Amstelveense Shira Keller: de ene viersterrenrecensie na de andere, leidend tot herdrukken. Bescheiden herdrukken soms, maar toch: boeken die ‘bij aanbieding’ nog worstelden, maar nu dwars tegen de kou in hun lezers vinden.

Twee geroutineerde auteurs, Ronald Giphart en Alex Boogers, trokken zich niets aan van de bestsellercultuur en vernieuwden zich met respectievelijk een meesterlijke verhalenbundel (De wake) en een even virtuoze als ontroerende roman (Alle dingen zijn schitterend). Toptitels die genoeg hebben aan hun kwaliteit om zich te bewijzen.

Nog deze maand verschijnt een rijke, komische en empathische roman van de Indiase auteur Manu Joseph, Het onzichtbare geluk van andere mensen. Reken mij er in de lente op af: die gaat eerst recensenten en boekhandels en daarna vele lezers vrolijk maken. Om te voorkomen dat dit een reklamische opsomming wordt sla ik de door Ernest van der Kwast samengestelde en uitgeleide bundel met de allerbeste verhalen van F. Scott Fitzgerald maar over. (Emoticon: knipoog.) Evenmin noem ik de aanstaande verschijning van sterke nieuwe bundels van Ruben van Gogh en Peter Swanborn.

Van de grote titels van de prille lente wordt nu al door veel media De blokkade van Renate Dorrestein genoemd. Paradox: hoe een schrijfster succes zal oogsten met een boek over haar writer’s block. Tienduizenden lezers, let maar op.

Supertalent Arjen Lubach publiceert al in februari zijn nieuwe boek. Hij dacht: laat ik eens een thriller schrijven. Titel: IV. Een pageturner. De vraag is niet óf hij ook in dat genre succesvol zal worden, maar in welke mate.

Ik zou dit hier allemaal nooit durven opschrijven als ik er niet zeker van was dat ik gelijk ga krijgen. En dat is dan niet mijn verdienste, maar die van de auteurs. En de literaire critici. En de boekwinkels.

Geloof me nou maar.

Das Buch ist gar nicht tot. En al zeker niet das Podium-Buch.