CROSS-OVER

Zoals in elke branche duiken in het boekenvak voortdurend nieuwe termen en modewoorden op. Bijna altijd zijn dat Engelstalige woorden. Zo importeerden we lang geleden bestseller, een woord dat ik in eerste instantie vaak lees als besteller, waarbij mijn hersens direct associëren met een vroeg kalende postbode. Maar dat is misschien heel persoonlijk.
Boekwinkels heten tegenwoordig retail, digitale boeken e-books. En als een boek een beetje spannend is, noemen het een pageturner. Klinkt welbeschouwd ook wel pakkender dan een bladzijde-omdraaier.
Internationaal circuleert al enige tijd de term cross over. Daarmee werden tot voor kort boeken aangeduid die geschikt zijn voor lezers tussen kind en volwassene, de young adults (klinkt veel cooler dan jongvolwassenen, waarbij ik persoonlijk aan gesubsidieerde werkgroepen moet denken die pubers van de straat proberen te houden door matig populaire recreatieve projecten in vandalismebestendige kelders).
In Frankfurt vorige week had iedereen het over cross-over, maar daar wordt ineens wat anders mee bedoeld dan jeugdliteratuur. Cross-over is de vlag voor romans die zich bewegen in de zone tussen literatuur en lectuur. ‘Lectuur’ noemen we al een tijdje mass market of mid market. Echte literatuur is dan weer up market.
Over zo’n roman die onderhoudend en niet heel erg literair is, zeg maar literair met een kleine l, spreken wij uitgevers en redacteuren dan als volgt:
‘Perhaps we won’t win the Booker with this novel, but it’s a wonderful narrative and very well written, somewhere between mid market en up market.’
‘That sounds great! We’re very much into cross overs lately.’
De trend die zich aldus aan me opdrong in de honderden gesprekken: a) literaire uitgevers, velen aangespoord door hun ceo’s en marketeers, zoeken hun heil een tandje lager; als het effe kan, moet een roman wel een lekkere pitch hebben; en b) uitgevers van commerciële fictie loeren op romans die weliswaar lekker zijn maar best wel literair ook, zeg maar. Cross-over.
Het mooist was nog toen een agent me heel enthousiast over een roman vertelde, en me ineens bedrukt in de ogen keek: But let me be very honest with you Joost… this is really literature.’
Ik heb haar voorgesteld zich daar, althans in mijn richting, voortaan niet meer voor te verontschuldigen.