Emigreren

Nederland is een raar land geworden. De immigranten die we hierheen haalden, moeten wat sommigen betreft weer opdonderen, juist nu op allerlei terreinen, van bedrijfsleven tot politiek, sport, kunst en wetenschap, nieuwe Nederlanders beginnen uit te blinken en eerlijk gezegd meer ijver en ambitie vertonen dan veel van hun oer-Hollandse, uitgebluste landgenoten.
Tot zover de intro van onze Zendtijd voor Politieke Partijen.
Een bijkomende reden om nieuwe Nederlanders hier te houden, is dat de oude Nederlanders de neiging hebben dit land te verlaten.
Neem twee hier zojuist verschenen boeken.
In Het land van zijn vader neemt Greta Riemersma een diepe duik in heden en verleden van de familie van haar Marokkaanse echtgenoot. Eind 2007 emigreren ze met hun kinderen naar Marokko. Terwijl haar man Saïd worstelt met het land van zijn herkomst, en het liefst naar Nederland terug wil, stelt de Hollandse Greta zich juist open voor een langdurig verblijf in Marokko.
Ook Henrico Prins beschrijft, in zijn boek Emigreren voor beginners, de lust ons land de rug toe te keren. ‘Die levens van ons, hoe zaten die in elkaar? Werken, in de file staan, uitgaan, zuipen, partner ontmoeten, kinderen krijgen. Nog meer werken, nog meer in de file staan, nog meer zuipen, pensioen. Reizen, tuinieren, ziek worden, dood. Prima vooruitzicht, maar ik wil meer.’
Met zijn gezin voegt hij de daad bij het woord en verhuist naar de andere kant van de wereld, Nieuw-Zeeland. Dat juist in hun woonstede, Christchurch, de aarde meedogenloos zou gaan beven, kon het jonge Nederlandse gezin niet voorzien.
Beide boeken stellen impliciet het Nederland van nu aan de orde, en richten de schijnwerper op andere culturen, die wij mede dankzij deze boeken beter leren begrijpen.
‘Wij’ willen hier liever weg, hongerend naar andere culturen. ‘Zij’ dreigen te worden weggepest maar vinden het hier helemaal zo gek nog niet.
Raar landje zei ik toch.