KLEIWIJN
Kleiwijn? Is dat wijn geperst uit klei, zoals gewone wijn gewonnen wordt uit druiven, en rijstwijn uit rijst? Het zou een prachtig product zijn, biologisch en klimatologisch gezien, qua hergebruik ook, in lijn met de jongste ontwikkelingen, denk aan de oprichters van Marktplaats die nadat ze gecasht hadden kleren gingen maken van zelf gekweekte brandnetels…
Maar nee, ik bedoel er iets anders mee. ‘Kleiwijn’ is: Wine according to Clay – Nicolaas Clay. Of, zoals u hem kent, Nicolaas Klei, volgens Wine Life ´de meest invloedrijke Nederlander in de wijn´.
Jammer van dat voorzetsel ‘in’ trouwens… ik zie Nicolaas gevangen in een wijnvat, terwijl ik me hem veel liever voorstel achter zijn schrijfmachine, of aan de gootsteen van zijn oud- Amsterdamse keuken, omringd door al die hem toegezonden flessen.
Deze week verschijnt zijn tiende Supermarktwijngids. Ooit, een decennium geleden, begonnen als bescheiden paperback, is Klei’s gids nu een angstaanjagend complete, moddervette pocket van 704 volle pagina’s,met proefnotities over meer dan drieduizend wijnen. Alle wijnen die te koop zijn in Nederlandse supermarkten, slijterijketens en de Hema.
Kunt u zich daar een voorstelling bij maken? Gedurende een lange zomer, voorafgaand aan een nieuw wijnseizoen, drieduizend flessen wijn openen en aandachtig proeven? Nee, hij drinkt ze niet uit natuurlijk, dat zou hem snel als dakloze alcoholist tegen de gevel van dezelfde supermarkt doen belanden die hem nu de flessen toestuurt, in eerbiedige afwachting van het oordeel van de meester. Ik kan u verklappen dat de wijninkopers van supermarkten soms al maanden voor verschijning van de nieuwe editie hengelen naar Klei’s ranking, welke varieert van een vies gezichtje (‘ in het schap laten staan!’ ) via 1 tot 5 glaasjes naar de hemelse categorie van de omfietswijn (‘ de reis waard, voorzien van ruime fietstassen’ ). Na verschijnen van de gids vindt u in supermarkten overal bij de uitverkoren wijnen dat door Klei zelf verzonnen predicaat, ‘ omfietswijn’ .
Een van de pijlers onder Klei’s unieke positie onder wijnschrijvers, is zijn aanhoudende onafhankelijkheid: die supermarkten kunnen vleien wat ze willen, hij schrijft op wat hij vindt. Kennelijk herkennen de tienduizenden trouwe gebruikers van de jaarlijkse gids zich volkomen in zijn oordeel, dat opmerkelijk weinig wordt aangevochten. Er heerst een behoorlijke consensus over wat lekkere wijn is, en de kortste definitie daarvan is: een kleiwijn – wijn die kennelijk zo lekker is, dat het Nicolaas Klei kan behagen.
In deze lofrede mag tot slot een andere steunpilaar onder zijn succes niet onvermeld blijven: zijn schrijftalent. Sommige van zijn notities zijn kleine gedichtjes. Ietwat belegen muscadet op kousenvoeten die nochtans dapper druivig en zilt tracht te smaken zoals het hoort (€ 5,49, twee glaasjes). Over een rosé: Zonsopgangroze, gerookte-zalmroze, binnenste-van-lamskoteletroze, frambozenijsroze, blondine-die-een-uurtje-te-lang-in-de-zon-heeft-gelegenroze… Andere notities bieden in een kleine pagina complete opstellen over wijn. Zo ontvouwt hij, volkomen onverwachts, in een notitie over een rode Nieuw-Zeelandse wijn van AH, zijn hekelende visie op modes in rosé en prosecco (te veel woorden om hier te citeren helaas), met een pleidooi voor een nieuwe trend: Echte cider, geurend naar appeltjes uit Ot&Sienbongerds met een vleugje boerenerf. Ambachtelijk, authentiek, licht in alcohol, precies wat de hippe consument zegt te zoeken.
Ik zeg: Nicolaas, chapeau. En nog vele jaren.