Gedichtendag

Krakend koud is het buiten. Met de weersvoorspelling van nu, is het op maandag 1 februari aanstaande lente in hooguit het aanbod van voorjaarstitels op ‘Vers voor de Pers’. Spannend, wat daar weer voor moois aangekondigd zal worden. Als het boekenvak je iets bezorgt, is het wel een tergend besef nooit genoeg tijd te zullen hebben om die onafgebroken stroom aan nieuwe boeken tot je te nemen…
Misschien zijn oudere lezers daardoor vaak poëzielezers: je weet dat je tijd ontoereikend is, dus in plaats van de lange omwegen van een lijvige roman, neem je je toevlucht tot zo’n gesublimeerd stilleven van pakweg dertig regels. En van het een komt altijd het ander. Een reis die bijna terloops begint en onverwachts eindigt.
Je bladert wat in de gedichten die John Jansen van Galen selecteerde voor ‘Met het oog op morgen’ (‘es wird Zeit für mich zu geh’n’, ook al doordrongen van vergankelijkheid) en stuit op een passend winters gedicht van Vasalis:
Een witte ochtend, eerste dooi
de lucht wit-grijs, egaal gespreid
en aan de lange horizon
welt nu een witte zon…
Dan valt je blik op de hier net verschenen bundel van Peter Swanborn, wiens dementerende moeder hardhandig confronteert met het einde:
Naar binnen gekeerd, steeds meer,
spreekt haar gezicht. Mondhoeken lachen,
wenkbrauwen dansen en ook haar huid
vertelt een verhaal dat niemand verstaat…
Het ouder worden leidt je naar de eveneens hier (excuus) verschenen nieuwe collectie van Antjie Krog, Hoe zeg je dat:
(’s avonds laat)
geen fuck. ik voel geen fuck
voor het hiernamaals – ik wil
nú leven. alleen híér
wil ik leven…
Wat je dan ineens een duw geeft naar het licht, naar de liefde toch maar weer, Nico Scheepmaker, waarom hij niet eens een keer, in een gedicht over ene Anne:
Jij bent wat ik ben. Ik ben jou.
Jij bent mijn eerstgeboren vrouw.
Het leven is bij jou begonnen.
En voor ik één woord heb verzonnen
heeft weer de eenvoud overwonnen:
ik heb je lief, ik hou van jou.
Een reis, van de dood naar de liefde. Dat alles in een paar kwartier. Poëzie: de meest economische vorm van lezen – een rem op de wijzers van de klok. Alleen al daarom: leve de Gedichtendag!