Dick
‘De Drvkkery’ te Middelburg is een van de beste boekhandels van Nederland. Dat is te danken aan het inventieve ondernemerschap van directeur Dick Anbeek. Gaat u er maar eens kijken, het is een zojuist weer verbouwde ‘totaalboekhandel’ in een prachtige voormalige drukkerij, met alles d’r op en d’r aan, tot koffie aan toe. Dat we in het vakblad Boekblad van 11 september moesten lezen dat voor een nieuwe tak aan dit bedrijf (voor o.a. vormgeving en evenementen) de naam ‘Podium’ gekozen is, leidde bij ons, Podium, wel even tot opgetrokken wenkbrauwen, maar vooruit, zolang dat bedrijf geen boeken maakt is er geen man overboord. Wel overwegen we als nevenactiviteit een bedrijf voor o.a. vormgeving en evenementen, onder de naam ‘De Drvkkery’.
Voor de balanceerkunst van een grote hedendaagse boekverkoper neem ik mijn petje af. In datzelfde artikel echter, zegt Dick een paar dingen die me spontaan de Engelse betekenis van zijn voornaam ingaven (check uw woordenboek). Qua zuivelgehalte is het Zeeuws meisje er niks bij.
‘Uitgevers hebben kilo’s boter op hun hoofd,’ zegt de boekverkoper-annex-boekverkopersbondvoorzitter diplomatiek. ‘Ik ken geen uitgever die goed met de backlist bezig is. Ze bestoken ons met hun toptien en voeren strijd op frontlists. Ik zie met plezier de pallets Larsson binnenkomen, maar uitgevers moeten wel aandacht besteden aan oud fonds.’
Vertaald voor de leek: Dick vindt dat uitgevers zich concentreren op bestsellers, en hun minder goed lopende titels verwaarlozen.
Deze uitspraak uit zijn mond deed me drie keer de omtrek van Zeeland in de rondte lachen. Ik leg het u uit. Anbeeks Dvfukkerij (spelling blijft lastig, ik snap zijn toevlucht naar het Podium-merk wel) is een van de grote boekwinkels van de inkoopcombinatie Libris/Intres. Het beleid van die groep is er, als bij alle grote boeken-retailers de laatste decennia, op gericht om voor de snellopende titels bij uitgevers aanzienlijk meer korting te krijgen.
Marcel Möring schreef laatst, in een overigens niet foutloos essay in NRC, dat auteurs niet begrijpen waarom van alle betrokken schakels in het boekenbedrijf alleen de taartpunt van de boekwinkel groter en groter wordt. Hij verweet uitgevers met zo veel woorden aan de kortingsdruk toe te geven. We doen ons best, Marcel, maar het is niet eenvoudig om druk vanuit boekhandelsgroepen te weerstaan.
‘Ik werk verder goed met Libris samen,’ zegt d’n Dick verderop. ‘Libris heeft een koppositie ingenomen door haar marge op basis van omzet. Ik ben ook zeer te spreken over de inkoop en het digitaal beursplein. Ik heb veel voordeel van die afspraken. Mijn rendement is in de drie jaar dat ik weer bij Libris ben met ongeveer anderhalf procent gestegen.’
Hier staat dat Dick heel blij is met Libris omdat dankzij deze groep hogere korting kan worden verkregen, onder andere via het digitaal beursplein. Instrumenten die niet gericht zijn op bevordering van de ‘backlist’, maar juist de ‘frontlist’.
Ik vind het best als een boekverkoper keihard voor zijn marge knokt, en daarin accenten legt op de snelverkopende titels – maar ga dan niet de uitgever verwijten dat hij voor bestsellers kiest. Prachtig als Dick wil bevorderen dat uitgevers de boekverkopers die meer doen aan ‘oud fonds’ daar een bonus voor uitkeren in de vorm van hogere kortingen – maar wees dan een man en ga niet via een inkoopcombinatie van twee walletjes eten en óók margevoordeel behalen via megakortingen op bestsellers. Ik zou denken: als uitgevers boter op hun hoofd hebben, hoeveel pakken roomboter hebben al die opwindende Zeeuwse meisjes dan wel niet op Dicks hoofd uitgesmeerd?
Langdurig hoeven uitgevers en boekverkopers hierover wat mij betreft niet te welles-nietessen: als we het erover eens zijn dat ons vak gebaat blijft bij pluriformiteit, met andere woorden bij bevordering van een breed boekenaanbod, dan hoeven we de kortingstabellen alleen maar om te draaien: boekverkopers die de backlist verkopen worden extra beloond, en de verleende, nu al zeer hoge korting op bestsellers, wordt bevroren c.q. verlaagd.