De man en zijn pen

Podium viel enkele jaren geleden de eer te beurt het boek uit te geven van de eerste Nederlandse vrouw die de top van de Mount Everest bereikte, Katja Staartjes. Ik dacht: dat klimrecord is voor haar, laten wij nu eens tonen wat in de uitgeverij een topprestatie is. Wat zou ze straks onder de indruk zijn, als onze collega-topsporter! Wat ik vooraf niet had voorzien, is dat iemand die acht kilometer omhoog wandelt, die wekenlang weer en wind en pijn en honger en dorst doorstaat, en daar toch bij na blijft denken, karakterologisch tot een zeldzame mensensoort behoort. Want de top van de Mount Everest haal je alleen als je geen detail uit het oog verliest, elk slechtweer-scenario drie keer hebt omgedraaid, en er vervolgens vijf nieuwe scenario’s naast kunt leggen. Als je zo in elkaar zit, laat je in het leven niets aan het toeval over, ook niet bij de totstandkoming van een boek. Hielpen wij de bergbeklimster wel degelijk met schrijven, zij leerde óns dat je nooit de top haalt als je je inzet en perfectionisme niet ten volle, onophoudelijk en op alle aspecten uit de kast haalt.
Het is niet toevallig dat de schrijver wiens nieuwe boek deze week verschijnt óók een top haalde, zij het van een heel klein en laf bergje, de Mont Ventoux, inmiddels wel om te dopen tot Mont Moité Vie, of zoals de Engelsen zeggen, de Mount Midlife. Daar ik zelf laatst misselijk terugkwam van een rondje Amsterdam/Abcoude, gereden in de recordtijd van drie uur, neem ik desalniettemin met een buiging mijn hoed af voor Wilfrieds topprestatie, die hij in een weergaloos verhaal vastlegde in zijn door mij hierbij volledig objectief en wetenschappelijk met vijf sterren bekroonde De man en zijn fiets. Ik zie Wilfried als een semi prof qua fietsen, en daar hij dat naast zijn andere topprestaties weet te volvoeren, is wel zeker dat hij de Ronde van Frankrijk gewonnen zou kunnen hebben, had hij zijn energie daar volledig op gericht. Hij heeft er het lijf voor, als ik zo naar de omslagfoto kijk, een omslag overigens dat er toe zal bijdragen dat vele vrouwen ondanks het mannelijke onderwerp tot aanschaf zullen overgaan.
Wilfried is een prof in alles wat hij doet omdat hij een onvermoeibare perfectionist is, zonder dat zelf erg te beseffen geloof ik, en zonder er een minder charmant mens door te worden. Ik mag niet uit de school klappen, maar geef een voorbeeldje. ‘Joost jongen,’ belt hij dan vanuit de auto, ‘ik geloof dat ik Stephan Vanfleteren wil vragen om een foto voor de cover. Dat is iemand die precies de sfeer kan neerzetten die ik voor ogen heb. Ik bel hem zo wel even, misschien kan ik even een dagje met hem in de weer in de Noord-Franse klei ergens, ik heb verder deze week toch alleen maar een tv-uitzending te maken, een verhaal en een column te schrijven, en mijn rol als echtgenoot en vader met glans te vervullen. Kijk jij even naar een budgetje voor Stephan? En vraag je je ontwerper even of hij een weekje wacht met zijn ontwerp tot de foto er is, dan heeft hij daarna nog alle tijd toch. Wat zeg je, moet het dan dezelfde dag af? Oké, maar jij vindt toch ook dat het een goed idee is, of wil je zo’n lullig Mart Smeets omslagje dan?’
Ik denk dat Wilfried zo ook die berg is opgeklommen, zijn fiets zeven keer nalopend, kleding nog een tikje fatsoenerend, overleg voerend met zijn volgauto. Niet opgeven. Niet te snel tevreden. Niet omdat hij lol beleeft aan perfectionisme, maar omdat hij pas lol beleeft als het allemaal klopt, want Wilfried doet alles voor het plezier, en dat plezier is niet afhankelijk van het resultaat maar van het proces. Met die instelling is er dan vanzelf ook een resultaat dat succes onafwendbaar maakt.
Want vergis u niet, dit boek begon met het verzoek aan Wilfried om zijn uitstekende sportcolumns uit NRC en elders gepubliceerde verhalen en reportages te bundelen. Leek hem wel een goed idee, maar was dat wel genoeg, een kaftje om verschenen stukken? Moesten die stukken niet nog herzien, en vooral, moesten daar niet tenminste vijf nieuwe verhalen aan toegevoegd, ja toch, niet dan? Ik maak daar gewoon tijd voor hoor jongens, zo veel werk is dat allemaal niet, Holland Sport enzo, ben je gek, ik heb de komende weken niks te doen.
De man en zijn pen schreef De man en zijn fiets. Onvermoeibaar. Meedogenloos. Uitmuntend. Als zijn tong nu nog niet uit zijn mond hangt, kunnen we nog veel verwachten van deze Lance Armstrong van de Nederlandse sportliteratuur.