Wij

Op het omslag hebben we, om de lezer op het goede been te zetten, een stickertje met de vermelding EXPLICIETE ROMAN geplakt. U denkt nu: ‘Jaja Joost, ga jij maar weer lekker even een boekje hypen. Komt zeker één gewaagde scène in voor, ga jij meteen doen of het er wild aan toe gaat in dat boek, maar dat zal wel meevallen jongen, alles is al geschreven en geprobeerd hoor in de moderne wereldliteratuur, qua overschrijding van fatsoensgrenzen, dat weet je zelf wel. What’s new sinds Henry Miller, Boris Vian, Brett Easton Ellis?’ Oké, ik heb u gewaarschuwd.
De roman is getiteld Wij en is geschreven door Elvis Peeters (wiens korte roman De ontelbaren enkele jaren geleden al doordrong tot de shortlist van de Libris Literatuur Prijs). Wij gaat over vier jongens en vier meisjes op het broeierige hoogtepunt van hun puberteit. Zomer. Verveling. Aftasting van morele grenzen. ‘Dit boek gaat over het hele erge,’ zou Martin Ros gezegd hebben. Maar dan erger. Want waar Ros zijn predicaat ‘het hele erge’ al van stal haalde bij een huis-, tuin- en keukenwipje, gebeuren in Wij dingen die ik hier niet eens wil benoemen, u zou maar net gegeten hebben, of dit laten lezen aan een minderjarige, of denken dat seks een kwestie is van missionarishouding. Neemt u van me aan dat Elvis Peeters zich grondig verdiept heeft in de schimmige wereld van de normloze puber. Dat deed hij overigens niet zozeer louter vanuit zijn inlevingsvermogen en verbeeldingskracht, maar ook door daadwerkelijke research (zie voor meer achtergronden overigens op deze site een kort interview met de schrijver over deze opmerkelijke roman).
Nog steeds hoor ik u aarzelen. Is dit niet een roman die het vooral moet hebben van shockeren, effectbejag? Driewerf nee, al heeft het de schijn tegen. Wat het méér biedt dan ultieme zedeloosheid, is niet alleen (en dan niet expliciet maar impliciet) een rake illustratie van adolescentaire, duistere onderstromen; Wij is bovendien, en dat misschien ook wel eerst en vooral, een zeer goed geschreven boek. De stijl is in al zijn bedrieglijke eenvoud uitermate beheerst en weloverwogen, met prachtige, onopvallende, maar effectieve ritmes en herhalingen. Daarbij ontwierp Elvis een geraffineerd wij-perspectief. En het herbergt ook nog een spannend verhaal, waarbij op de toenemende normloosheid een einde volgt dat, besef je later, alleen maar zó had kunnen zijn. Maar weet wat u leest!