Oud!
Zo lang ik in het boekenvak meedraai wordt gekreund over de teruglopende verkoop van het zogenaamde ‘oud fonds’. Alle aandacht van media, boekhandels en kopers gaat uit naar Nieuw! Nieuw!, ten koste van boeken die Oud! zijn.
Is het fenomeen ‘dood fonds’ dus al ouder dan menig carrière in ons schone vak, wel hoor je geluiden die erop wijzen dat de levensduur van het gemiddelde boek korter en korter wordt. Ook wij maken steeds vaker mee dat boekhandels boeken willen retourneren richting magazijn (beter gezegd: de dodenakker van het boek) als ze voor ons gevoel nog maar net, met trots, de wereld in zijn gestuurd. ‘Het spijt ons, lieve uitgever, maar deze titel wil bij ons maar niet aan de praat komen.’ Dat hoor je dan niet een jaar na verschijning, maar na twee maanden. Ik snap best dat boekhandels regelmatig hun assortiment nieuw bloed willen toedienen, en afwillen van stapels boeken die niet in beweging kwamen. Er is ook niet één schuldige aan te wijzen. Bovendien is een gedeelte van de uitgegeven boeken nu eenmaal niet aan de lezer te brengen, wat je ook doet. Niet alle oud fonds kán goud fonds zijn.
Maar zorgwekkend is het wel, het nog steeds toenemende primaat van Nieuw! Nieuw! Daarbij voegt zich een specifieke, nog recente ontwikkeling in de categorie bestsellers. Boeken van auteurs als Van Dis, Palmen, Giphart (ik noem maar wat kanonnen) beleefden gouden tijden over een periode van vele jaren. Het verkoopverloop zag er dan ongeveer zo uit: jaar 1: 40.000 exemplaren; jaar 2: 35.000 exemplaren; jaar 3: 22.000 exemplaren; jaar 4: 18.000 exemplaren; etc. Dat gaat tegenwoordig anders. Sellers beginnen explosiever dan ooit tevoren; enkele maanden prijkt een titel op de bestsellerlijst en realiseert al snel een indrukwekkende verkoop van pakweg 50.000 exemplaren. Maar dan: een snoeiharde vlucht naar beneden, als een kind dat met wind in de haren en schrik in de benen van een glijbaan in een oogwenk naar beneden roetsjt. Daar wacht een doffe plof op de grond. En klaar.
Ik heb er geen studie van gemaakt, maar kan er wel enkele verklaringen voor bedenken. Allereerst is er de strategie van boekhandels, vooral de grote groepen en ketens, een en ander in nauwe samenwerking met uitgevers: met man en macht een titel lanceren en verkoop pakken, met inzet van alle toeters en bellen van marketing, om dan zodra de omloopsnelheid terugloopt de aandacht te verplaatsen naar nieuwe potentiële hits. Dan is er de strategie van media, al dan niet bewust: er als haantje de voorste bij zijn als een nieuwe seller in de lucht hangt, liefst interviews en recensies bij wijze van spreken voor verschijnen – om dan net als boekhandels snel weer naar een volgend incident te hoppen. En de consument, hij hobbele gedwee in alles mee.
Maar er zijn ook andere en aanvullende verklaringen mogelijk. Zo liepen populaire literaire titels vaak vele jaren door omdat ze via scholen bij nieuwe generaties lezers terecht kwamen. Helaas worden boeken, áls ze al op scholen en universiteiten behandeld worden, steeds minder gekocht (googel even wat recensies en korte interviews, en klaar is je werkstukje).
De vraag is of deze ontwikkeling érg is. Ja, waag ik toch te zeggen. Niet alleen verdringen de bestsellers de ‘moeilijke’ titels, ook verworden die wél breed in de aandacht gekomen boeken zó snel tot ‘oud’, dat van geen enkele auteur nog complete oeuvres gevoerd kunnen worden. Het is een sneeuwbal, maar dan een omgekeerde sneeuwbal: bovenaan de helling levensgroot, onderaan de berg een klein, zielig balletje, dat met één straal van de zon metamorfoseert in een plasje water. Wat zeg ik, een vochtplek.
Soortgelijke vochtplekken wrijf ik nu gauw uit de ogen, om, mét u, alsnog monter het nieuwe boekenseizoen in te gaan.