Gewicht
Dit zou de laatste column van mijn leven kunnen zijn. Het staartje van juli breng ik met 16-jarige zoon roekeloos door in de Alpen. We zullen onze rugzakken pas tevreden afleggen als we sneeuw bereikt hebben. En wie weet gaan we dan nóg hoger. Volgens onze klimster-schrijfster Katja Staartjes is het een makkie, maar zij gaat dan ook fluitend en huppelend naar acht kilometer hoogte als ze haar dag heeft, en die heeft ze best vaak. Wat wij gaan doen, doet zij op één been, achterstevoren lopend, onderwijl sneeuw smeltend en haar logboek bijwerkend op een laptop.
Vederlicht zijn onze rugzakken alvast níét. Zoon en ik hebben voor ons gevoel alles thuisgelaten wat niet strikt noodzakelijk zal zijn, en dan nog lopen we er straks bij als kromgetrokken sherpa’s. De pannenset brachten we terug naar één pan, van de stapel t-shirts namen we er uiteindelijk maar twee mee, de extra sportschoenen schoven we opzij, enzovoorts. Van een lekker flesje wijn zal ik de komende dagen alleen maar kunnen dromen.
Voor het eerst ook moest ik besluiten slechts één boek mee te nemen. Maar dan nog was er een enorm probleem, dat ik pas morgen in een AKO op Schiphol verwacht op te lossen. Ideaal zou zijn wat boeken digitaal mee te nemen en op het schermpje van een slimme telefoon te lezen. Maar dáár heb je nu precies geen zin in, als je even afstand wilt nemen van de alledaagse technologische hectiek: ook hoog in de bergen weer langdurig naar zo’n schermpje te turen. Bah nee.
Van papier moet het gewoon zijn, maar papier wéégt. Dus thuis bleven onder andere de nieuwe boeken die al maanden om lezing smeken: A.F.Th., Murakami, Eggers… Zelfs Tirza woog te veel, in elk geval qua soortelijk gewicht.
Het zal dus een lichtgewicht pocket moeten worden. Heel klein formaat liefst. En dan nog zal ik de gelezen pagina’s steeds uit de lijmrand moeten scheuren, want je wordt steeds vermoeider en elke gram telt.
Ik bedenk nu ineens opgetogen dat we ook die rol wc-papier dan thuis kunnen laten, omdat we onze konten met de gelezen pagina’s kunnen afvegen.
Het zal dan een boek moeten worden van een auteur die ik niet persoonlijk ken, want hoe kun je ooit nog een schrijver onder ogen komen wiens woorden dienden om je reet mee af te vegen?
Morgen dus eens kijken op Schiphol of er een titel ligt die bij dit alles goed bij aansluit. De laatste reis? Vieze woorden? Verhaal in een grot gevonden?
Mochten we vermist raken: laat het reddingsteam gewoon de gevlekte pagina’s volgen.
Brandt alvast een kaarsje.