Er zit een meisje op het bed van Benjamin, ze is meegelopen naar zijn hotelkamer in Barcelona en ze lijkt niet van plan weg te gaan. En dat terwijl zijn vroegere hartsvriendin ieder moment op de stoep kan staan. De vierentwintigjarige Benjamin denkt terug aan zijn moeder, die hij veel te kort heeft gekend; aan de kaasfonduekoning; aan oom Otto; en aan Lotte, die op een dag zijn leven binnendenderde als een vrachtwagen een benzinestation.
βHet indrukwekkende aan dit boek is dat het ontzettend grappig is en ook heel erg verdrietig.β
Kunststof
βMensen die ik ken die mijn moeder hebben gekend bevat prachtig melancholieke passages en ontlokt de lezer regelmatig een glimlach om de absurdistische observaties van Benjamin.β
NRC Handelsblad
'Een humoristisch, maar ook droefgeestig verhaal'.
NBD Biblion